Nederland staat bekend om zijn nuchtere, informele werkcultuur. Toch zijn er nog altijd genoeg plekken waar kledingvoorschriften serieus moeten worden genomen. Sneakers op kantoor vallen niet meer op, en in vergaderingen zie je steeds meer hoodies. Maar er zijn opvallend genoeg nog bedrijven en sectoren die wel waarde hechten aan duidelijke dresscodes.

Hieronder nemen we je mee langs een aantal organisaties waar je niet zomaar binnenkomt met een spijkerbroek en T-shirt. En dat geldt niet alleen voor het personeel, maar vaak ook voor bezoekers.

Casino’s

Stap je weleens een casino binnen in Nederland of in het buitenland? Dan weet je dat kleding hier geen bijzaak is. Zeker in luxere casino’s wordt verwacht dat bezoekers zich enigszins netjes kleden. Er is geen driedelig pak vereist, maar wel gesloten schoenen, een lange broek, en petjes of sportkleding dragen is niet toegestaan.

Voor mannen betekent dit meestal een nette broek, overhemd of polo en leren schoenen. Vrouwen hebben wat meer speelruimte, maar ook daar geldt dat casual chique de norm is. Een jurkje, blouse met rok of een elegante jumpsuit zijn allemaal prima keuzes.

Wie zich niet aan de regels houdt, loopt de kans om de toegang geweigerd te worden. Wie daar geen zin in heeft, kan natuurlijk altijd thuis op de bank meedoen aan online kansspelen via een Paysafecard casino. Dan hoef je je geen zorgen te maken over je outfit en betaal je veilig en anoniem met een Paysafecard. Bovendien geef je dan nooit meer uit dan dat er op je Paysafecard staat. Je gokt daardoor met je eigen limiet!

Luchtvaartmaatschappijen

In de luchtvaart is kleding nog steeds een belangrijk signaal van professionaliteit en betrouwbaarheid. Voor cabinepersoneel gelden vaak strikte richtlijnen die tot in detail zijn vastgelegd. Hier gelden nog verplichte panty’s voor stewardessen, gestreken blouses, opgestoken haar en gepolijste schoenen.

Ook piloten zijn gebonden aan kledingvoorschriften. Tot aan de kleur van hun sokken aan toe. Alles is erop gericht om een eenduidige uitstraling te geven. Dat moet vertrouwen wekken bij de passagiers. Dit kan voor buitenstaanders wat streng lijken, maar het is voor deze sector een vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfscultuur.

Banken en financiële dienstverleners

De sfeer is bij veel banken informeler geworden. Vaak houden private banks en vermogensbeheerders nog wel vast aan een klassieke dresscode. Vooral in klantgerichte functies wordt verwacht dat medewerkers representatief gekleed gaan. Voor mannen betekent dit meestal een pak of colbert met das en voor vrouwen een nette jurk, rok met blouse of pantalon.

Dit is vooral om vertrouwen en autoriteit uit te stralen. Zeker in het vermogenssegment speelt uiterlijk nog een belangrijke rol. Wie miljoenen beheert voor cliënten, moet uitstralen dat hij of zij de zaak serieus neemt. En dat geldt ook voor de kleding; die moet tip top in orde zijn! In dit soort beroepen moet je je echt met de juiste schoenen onder je pantalon presenteren.

Gerechtsgebouwen

In de rechtbank kom je niet weg met een nonchalante look. Zeker niet als je op de zittingsvloer staat. Advocaten, rechters en officieren van justitie dragen toga’s. Maar ook juridisch personeel en griffiers volgen vaak een dresscode. Dit straalt rust, neutraliteit en autoriteit uit.

Zelfs bezoekers doen er goed aan om zich enigszins gepast te kleden. Een pet of tanktop wordt niet altijd gewaardeerd. In dit soort omgevingen geldt dat hoe netter je je kleedt, hoe serieuzer je overkomt.

Modehuizen en luxe retail

Ironisch genoeg zijn het vaak juist modebedrijven die streng zijn als het op kleding aankomt. Als je werkt bij een high-end modemerk als Chanel, Dior of Louis Vuitton betekent dat meestal dat je verplicht bent om kleding van het merk zelf te dragen. Of je dient in ieder geval binnen het esthetische kader te blijven van het merk waarvoor je actief bent.

Ook in luxe retail zoals in de P.C. Hooftstraat moeten medewerkers een verzorgde, elegante uitstraling hebben. Dat betekent geen uitbundige prints, geen sneakers, maar wel klasse en oog voor detail.

Horeca op niveau

Werk je in een gastronomische setting, dan is een verzorgde uitstraling van groot belang. Sterrenrestaurants, chique hotels en cocktailbars hanteren vaak een strikte kledingcode voor personeel en soms ook voor gasten.

Mannen achter de bar dragen een colbert of gilet, vaak met das of strik. Bediening in de zaal verschijnt in uniform. Zij dragen een zwarte pantalon, witte blouse en vaak een voorschoot. Bezoekers van deze plekken worden discreet gewezen op het gewenste niveau van kleding. Dat betekent meestal geen teenslippers, geen petten en geen slobberige truien.

Waarom kleding nog altijd telt

Je zou denken dat kledingregels iets zijn uit een ver verleden. Maar in bepaalde omgevingen blijft het een krachtig instrument. Niet om te beperken, maar om identiteit, professionaliteit en respect te tonen.

Ga je solliciteren, op klantenbezoek of een avond naar het casino? Dan blijft kleding een vorm van communicatie. Je zegt iets over jezelf zonder een woord te zeggen.

En voor wie echt geen zin heeft in dresscodes of zich gewoon lekker comfortabel wil voelen, zijn er altijd alternatieven. Van thuiswerken in joggingbroek tot plekken bezoeken waar ze hier een stuk minder op letten. De keuze is aan jou!